SAB-profiel › Nieuws › Gerard Pouw nét zo lang in dienst als SAB-profiel bestaat
Nederlands
Gerard Pouw nét zo lang in dienst als SAB-profiel bestaat
Vijftig jaar bij één werkgever in dienst zijn. Bestaat dat nog in 2024, een tijd waarin je net zo makkelijk van kleding wisselt als van baan? Vraag het Gerard Pouw maar. Hij begon in 1974 als 16-jarig ‘broekie’ bij een bedrijfje dat toen ook net startte. Een halve eeuw later zit Gerard nog steeds bij SAB-profiel. Niet langer meer als jongste kracht, maar als allrounder in het team. Inzetbaar als verlader, bij het laden en lossen op de trekker en op de heftruck, bij het slitten en af en toe bij de perfo. Bij een ‘bakkie’ in de kantine halen we een paar herinneringen op.
1974. Nederland verliest het WK voetbal van Duitsland, een paar onbekende Zweden winnen het Eurovisie songfestival (ABBA!) en de eerste Story verschijnt. Het lijkt een eeuwigheid geleden. ‘Maar ik kan het me allemaal nog heel goed herinneren’, zegt Gerard na een slok. ‘Ik vond het heel bijzonder om als klein jochie van zestien al salaris te krijgen. Ik begon al constructiearbeider bij wat toen nog Van Bentum heette, later werd ik constructiebankwerker. Ik heb zelfs nog de derde hal gebouwd zien worden in IJsselstein.’
Zoals Gerard wel meer heeft zien veranderen. ‘Toen ik begon ging elke plaat nog door je handen heen. Alles was handwerk. Automatisering is de grootste verandering geweest. Machines zijn sneller gaan draaien, het tempo werd verhoogd.’
Vijf minuten van huis
Heeft hij ondanks alle veranderingen niet een keer overwogen iets anders te gaan doen? ‘Nee’, schudt Gerard die ook al 45 jaar de man is van Stien en drie kinderen en vijf kleinkinderen rijk is. ‘Nooit. Het werk is altijd goed gewaardeerd. En een groot voordeel: het is vijf minuten van mijn huis vandaan’, zegt hij met een lach.
Sfeer is altijd goed
Genoeg dingen die het elke dag de moeite waard maakten om met diezelfde lach op het werk te verschijnen. ‘Ja, ik ga nog altijd met plezier naar mijn werk. De sfeer bij SAB-profiel is altijd goed. Het leuke vind ik het contact met de chauffeurs. Nu is het laden veel meer gepland. Vroeger was je de hele dag druk met laden en lossen en je had soms vijf, tien chauffeurs om je heen. Je ging pas naar huis als het werk klaar was. Je dééd heet gewoon. Dat hoorde erbij, niet zeuren maar doorgaan.’
En hard lachen was er af en toe ook bij. Gerard: ‘Dan spoten we de handschoenen van een collega vol met vet. Of we reden de spullen van een monteur om een hoekje als hij bezig was. Ik kan me ook de bedrijfsfeesten nog goed herinneren.’ Nog een jaartje en het ‘bedrijfsrecord’ staat op 51 jaar, als Gerard van z’n welverdiende pensioen gaat genieten. Benieuwd wie dát nog eens gaat verbeteren…